In afwijking van artikel 9, § 3, stelt de operator een bijzonder mechanisme in werking voor de onderdrukking van de functie voor niet-identificatie van de nummers en personen die oproepen wanneer de oproepen gericht zijn aan de nooddiensten die aangegeven worden met de volgende oproepnummers : 100, 101, 110 en 112.
Par dérogation à l'article 9, § 3, l'opérateur met en oeuvre un dispositif particulier de suppression de la fonction de non identification des numéros et personnes appelant lorsque les appels sont adressés aux services d'urgence désignés par les numéros d'appels suivants : 100, 101, 110 et 112.