In het kaderbesluit van de Raad van 26 juni 2001 inzake het witwassen van geld
, de identificatie, opsporing, bevriezing, inbeslagneming en confiscatie van hulpmiddelen en
van opbrengsten van misdrijven [40] wordt bepaald dat de lidstaten, voorzover het feit strafbaar is gesteld met een maximale vrijheidsstraf of detentiemaatregel van meer dan één jaar, geen voorbehoud mogen maken of handhaven bij artikel 2 van het Verdrag van de Raad van Europa van 1990 inzake het witwassen, de opsporing, de inbeslagneming en de confiscatie van opbren
...[+++]gsten van misdrijven [41].
La décision-cadre du Conseil du 26 juin 2001 concernant le blanchiment d'argent, l'identification, le dépistage, le gel ou la saisie et la confiscation des instruments et des produits du crime, [40]prévoit que, dans la mesure où l'infraction est punie d'une peine privative de liberté ou d'une mesure de sûreté d'une durée maximale supérieure à un an, les Etats membres ne peuvent pas formuler ou maintenir de réserves à l'article 2 de la Convention du Conseil de l'Europe de 1990 relative au blanchiment, au dépistage, à la saisie et à la confiscation des produits du crime [41].