1. Schepen die hun ballastwater beheren in overeenstemming met dit voorschrift lozen minder dan 10 levensvatbare organismen per kubieke meter met een minimumafmeting groter dan of gelijk aan 50 micrometer en minder dan 10 levensvatbare organismen per milliliter met een minimumafmeting van minder dan 50 micrometer en groter dan of gelijk aan 10 micrometer en de lozing van de indicatiemicroben mag de gespecificeerde concentraties vastgelegd in het tweede lid niet overschrijden.
1. Les navires qui procèdent à la gestion des eaux de ballast conformément à la présente règle doivent rejeter moins de 10 organismes viables par mètre cube d'une taille minimale égale ou supérieure à 50 microns et moins de 10 organismes viables par millilitre d'une taille minimale inférieure à 50 microns et supérieure à 10 microns; en outre, le rejet des agents microbiens indicateurs ne doit pas dépasser les concentrations spécifiées au paragraphe 2.