2. Overeenkomstig de opmerking van de Raad van State wordt verduidelijkt dat het zorgouderschap alleen ontstaat wanneer het kind minderjarig en niet ontvoogd is, wat ons vanzelfsprekend lijkt aangezien het ouderlijk gezag stricto sensu eindigt bij de meerderjarigheid van het kind (stuk Kamer, nr. 51-0393/002, opmerking 149, blz. 104-105).
2. Conformément à la remarque du Conseil d'État, il est précisé que la parentalité sociale ne s'ouvre que si l'enfant est mineur non émancipé, ce qui semblait aller de soi dès lors que l'autorité parentale stricto sensu prend fin à la majorité de l'enfant (do c. Chambre, nº 51-0393/002, observation 150, p. 104-105).