« Ingeval de personen die het ouderlijke gezag uitoefenen over de minderjarige die voor een als misdrijf omschreven feit veroordeeld wordt, duidelijk onverschillig zijn voor diens criminaliteit en die overschilligheid bijdraagt tot de problemen van de minderjarige, kan de rechtbank, op vordering van het openbaar ministerie, hen maatregelen van ouderschapssteun voorstellen.
« Lorsque les personnes qui exercent l'autorité parentale sur le mineur condamné pour un fait qualifié infraction manifestent un désintérêt caractérisé à l'égard de la délinquance de ce dernier et que ce désintérêt contribue aux problèmes du mineur, le tribunal peut, sur réquisition du ministère public, leur proposer des mesures de soutien à la parentalité.