Uit hetgeen voorafgaat volgt dat artikel 71, derde lid, van de organieke OCMW-wet op onevenredige wijze
afbreuk doet aan de rechten van verdediging van de aanvrager van maatschappelijke dienstverlening die geen beslissing van het OCMW heeft o
ntvangen. Het geeft overigens aanleiding tot een verschil in behandeling dat niet redelijk is verantwoord, tussen die aanvrager van maatschappelijke dienstverlening en de sociaal verzekerden voor wie artikel 23, tweede lid, van het Handvest van de sociaal verzekerde bepaalt dat het beroep tegen ee
...[+++]n instelling van sociale zekerheid moet worden ingesteld binnen drie maanden « na de vaststelling van het in gebreke blijven van de instelling ».
Il découle de ce qui précède que l'article 71, alinéa 3, de la loi organique des CPAS porte une atteinte disproportionnée aux droits de défense du demandeur d'aide qui se trouve confronté à une absence de décision du CPAS Il crée, par ailleurs, une différence de traitement qui n'est pas raisonnablement justifiée entre ce demandeur d'aide sociale et les assurés sociaux à l'égard desquels l'article 23, alinéa 2, de la Charte de l'assuré social dispose que le recours exercé à l'encontre d'une institution de sécurité sociale doit être introduit dans un délai de trois mois « à dater de la constatation de la carence de l'institution ».