Artikel 1. Iedere persoon die werkzaam is binnen een dienst, een instelling of een vereniging, en die als beroep of als opdrac
ht heeft, zelfs als vrijwillig of tijdelijk optredende persoon, bij te dragen tot de opvoeding, de psycho-medisch-sociale begeleiding, de hulpverlening aan de jeugd, de kinderbescherming, de animatie en de begeleiding van kinderen, moet te allen tijde een getuigschrift van goed zed
elijk gedrag kunnen overleggen, vrij van veroordelingen of van maatregelen inzake internering wegens zedenmisdrijf of gewelddaden t
...[+++]en aanzien van minderjarigen.
Article 1. Toute personne qui oeuvre au sein d'un service, d'une institution ou d'une association et qui a pour profession ou pour mission, même à titre bénévole ou temporaire, de contribuer à l'éducation, la guidance psycho-médico-sociale, l'aide à la jeunesse, la protection infantile, l'animation et l'encadrement d'enfants, doit être en mesure de produire à tout moment un certificat de bonne vie et moeurs exempt de condamnation ou de mesure d'internement pour faits de moeurs ou de violence à l'égard des mineurs.