Bijlage 6 van het koninklijk besluit van 6 mei 1988 betreffende de indeling van de voertuigen in categorieën, het rijbewijs, de rechterlijke beslissingen houdende vervallenverklaring van het recht tot sturen en de voorwaarden voor erkenning van de scholen voor het besturen van motorvoertuigen bepaalt dat het dragen van een pace-maker niet in overeenstemming is met het besturen van een voertuig voor de kandidaten van groep 2, waaronder de autobussen ressorteren.
L'arrêté royal du 6 mai 1988 relatif au classement des véhicules en catégories, au permis de conduire, aux décisions judiciaires portant déchéance du droit de conduire et aux conditions d'agrément des écoles de conduite de véhicules à moteur stipule, en son Annexe 6, que le port d'un pace-maker implanté n'est pas compatible avec la conduite d'un véhicule automobile pour les candidats du groupe 2, c'est-à-dire les candidats au permis de conduire validé pour les catégories C, CE, D ou DE.