De partijen nemen er nota van dat Pakistaanse staatsburgers volgens de huidige Pakistaanse wet op het staatsburgerschap (1951) en de regels die op grond daarvan zijn vastgesteld, hun staatsburgerschap niet kunnen opgeven zonder in het bezit te zijn van een geldig document waaruit blijkt dat hun het staatsburgerschap of de nationaliteit van een andere staat is toegekend.
Les parties prennent acte de ce que, conformément à la loi sur la citoyenneté de 1951 actuellement en vigueur au Pakistan et aux règles qui en découlent, un citoyen pakistanais ne peut renoncer à sa citoyenneté sans avoir obtenu ou reçu un document en cours de validité lui assurant l’octroi de la citoyenneté ou de la nationalité d’un autre État.