Deze procedure combineert twee benoemingsmethodes : die van de leden van het Arbitragehof (zie artikel 32 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, dat het optreden van de Senaat en een tweederde meerderheid vereist) en die van de Staatsraden (zie artikel 70, § 1, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, dat bepaalt dat per vacant ambt drie kandidaten moeten worden voorgedragen).
Cette procédure combine deux systèmes de nomination : celui des membres de la Cour d'arbitrage (cf. l'article 32 de la loi spéciale du 6 janvier 1989 sur la Cour d'arbitrage qui requiert l'intervention du Sénat et la réunion d'une majorité des deux tiers) et celui des conseillers d'État (cf. l'article 70, § 1 , des lois coordonnées sur le Conseil d'État exigeant la présentation de trois candidats par poste vacant).