« Men behoudt het opschortende karakter van de termijn en van de voorziening rekening houdend met het permanente karakter van de situatie van de personen » (Parl. St., Kamer, 2005-2006, DOC 51-2341/001, p. 32; zie ook Parl. St., Kamer, 2005-2006, DOC 51-2341/007, p. 93).
« On maintient le caractère suspensif du délai et du pourvoi compte tenu de la nécessaire permanence de l'état des personnes » (Doc. parl., Chambre, 2005-2006, DOC 51-2341/001, p. 32; voy. aussi Doc. parl., Chambre, 2005-2006, DOC 51-2341/007, p. 93).