17. benadrukt het feit dat, rekening houdend met de desbetreffende inflatieniveaus, institutionele terughoudendheid tijdens de zevende zittingsperiode ervoor heeft gezorgd dat de begroting van het Parlement in reële termen is verlaagd voor 2012 en 2014; merkt op dat, na aftrek van uitzonderlijke en niet-terugkerende uitgaven, zoals uitbreidingen van de Unie of andere uitgaven in verband met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon, de Europese verkiezingen en de financiering van vastgoedprojecten, de begroting van het Parlement in vijf van de zes jaren (2009, 2011, 2012, 2013 en 2014) een verlaging ve
rtoonde; benadrukt ...[+++]verder dat de vergoedingen van de leden sinds 2011 zijn bevroren, de reiskosten voor de leden en het personeel met 5 % zijn verlaagd en de vergoedingen voor dienstreizen van het personeel sinds 2007 niet meer zijn geïndexeerd; 17. souligne que la modération de l'institution au cours de la septième législature, compte tenu des taux d'inflation applicables, a permis une réduction en valeur réelle du budget du Parlement en 201
2 et en 2014; fait observer qu'après déduction des dépenses exceptionnelles et non récurrentes, telles que celles dues aux élargissements de l'Union ou celles liées à l'entrée en vigueur du traité de Lisbonne, aux élections européennes et au financement des projets immobiliers, il apparaît que le budget a diminué au cours de cinq années sur six (en 2009, en 2011, en 2012, en 2013 et en 2014); précise par ailleurs que les indemnités des dép
...[+++]utés sont gelées depuis 2011, que les frais de déplacement des députés et du personnel ont été réduits de 5 % et que les frais de mission du personnel ne sont pas indexés depuis 2007;