De verzoekende partijen voeren ten slotte aan dat de aangevochten bijdrage niet wordt gestort aan de Staat, de gemeenschappen, de gewesten, de provincie
s, de gemeenten, de polders of de wateringen, die als enige bevoegd zijn om belastingen in te voeren, maar wel aan een openbare instelling waarvan de rechtspersoonlijkheid verschilt van die overheden, zodat de artikelen 170 en 173 van de Grondwet
te dezen geschonden zouden zijn en de bijdrageplichtige ondernemingen bijgevolg zouden zijn gediscrimineerd ten opzichte van alle andere bela
...[+++]stingplichtigen, wat de toepassing betreft van het wettigheidsbeginsel van de belastingen.
Les parties requérantes considèrent enfin que la contribution en cause n'est pas versée à l'Etat, aux communautés, aux régions, aux provinces, aux communes, aux polders ou aux wateringues, qui ont seuls compétence pour établir des impôts, mais bien à un organisme public dont la personnalité juridique se distingue de ces autorités, de sorte que les articles 170 et 173 de la Constitution auraient été violés en l'espèce et que, partant, les entreprises contributrices auraient fait l'objet d'une application discriminatoire, par rapport à l'ensemble des contribuables, du principe de la légalité des impôts.