De verzoekende partijen verwijten die bepaling, enerzijds, dat zij alleen betrekking heeft op de organisaties waarvan de grondslag op geloof of levensbeschouwing is gebaseerd, met uitsluiting van de organisaties waarvan de grondslag op een andere overtuigi
ng steunt, zoals de politieke en syndicale overtuiging, en, anderzijds, dat zij het de organisaties waarop zij betrekking heeft, mogelijk maakt om alleen van de personen die voor hen werkzaam zijn, en niet van hun leden en
mandatarissen, een houding van goede trouw en loyauteit te ve
...[+++]rlangen.
Les parties requérantes reprochent à cette disposition, d'une part, de ne concerner que les organisations dont le fondement repose sur la conviction religieuse ou philosophique, à l'exclusion des organisations dont le fondement repose sur une autre conviction, comme la conviction politique et syndicale, et d'autre part de ne permettre aux organisations qu'elle concerne d'exiger une attitude de bonne foi et de loyauté que des personnes travaillant pour elles, et non de leurs affiliés et mandataires.