Nochtans blijkt dat de BDBH voor de berekening van het pensioen ten onrechte rekening hield met bepaalde elementen waarmee voor de rijksambtenaren geen rekening wordt gehouden (haard- of standplaatstoelage, eindejaarspremie, toelage voor het uitoefenen van een hoger ambt en premie die bestaat uit een variabel gedeelte van de wedde).
Il s'avère toutefois que, pour le calcul de la pension, l'OBCE tenait, à tort, compte de certains éléments qui ne sont pas pris en compte pour les agents de l'État (allocation de foyer ou de résidence, prime de fin d'année, allocation pour exercice d'une fonction supérieure et prime correspondant à une partie variable du traitement).