Het voorstel maakt een duidelijk onderscheid tussen verbrandingsinstallaties (vast of mobiel, met of zonder terugwinning van de opgewekte verbrandingswarmte) en meeverbrandingsinstallaties (eveneens vast of mobiel, zoals cementovens, hoogovens en elektrische centrales, waarvan het hoofddoel energieopwekking of de vervaardiging van stoffelijke producten is).
La proposition distingue clairement entre les installations d'incinération (qu'il s'agisse d'unités techniques fixes ou mobiles, avec ou sans récupération de la chaleur produite par la combustion) et les installations de coïncinération (également fixes ou mobiles, telles que les fours à ciment ou les aciéries et les centrales électriques, dont la principale finalité est de produire de l'énergie ou des produits matériels).