De heer Van Quickenborne verzekert dat de wetsvoorstellen geenszins beogen om het niet verlenen van hulp aan personen in nood in het internationaal strafrecht in te voeren doch uitsluitend de zogenaamde « command responsability », die in het internationaal recht wordt erkend, te bevestigen.
M. Van Quickenborne assure que les propositions de loi ne visent nullement à intégrer la non-assistance à personne en danger dans le droit international pénal, mais exclusivement à confirmer le principe de la « responsabilité de commandement », qui est reconnu en droit international.