Deze derde grond voldoet volgens de minister inderdaad aan een realiteit : herroeping moet mogelijk zijn als de veroordeelde een ernstig gevaar uitmaakt voor de fysieke integriteit van derden en voor zover geen andere geschikte maatregelen kunnen worden genomen.
Cette troisième cause correspond effectivement à une réalité : la révocation doit être possible si le condamné représente un grave danger pour l'intégrité physique de tiers et pour autant qu'aucune autre mesure appropriée ne puisse être prise.