De richtlijn komt eveneens overeen met de jurisprudentie van het Hof van Justitie, volgens welke de bepalingen van het EG-Verdrag inzake de vrijheid van vestiging en het vrij verrichten van diensten (respectievelijk artikel 52 en 59) direct toepasselijk zijn op de burger, die met name recht heeft op erkenning van de in een andere Lid-Staat verworven beroepskwalificaties. Voorts dient hij het recht te hebben om een beslissing langs gerechtelijke weg aan te vechten (zaak C-340/89 Vlassopoulou).
La directive est également cohérente avec la jurisprudence de la Cour de Justice, selon laquelle les règles de Traité de la CE sur la liberté d'établissement et la libre prestation de services (articles 52 et 59 respectivement) s'appliquent directement aux différents citoyens, qui ont notamment le droit de voir reconnaître leurs qualifications professionnelles acquises dans un autre Etat membre, et doivent bénéficier d'un recours de nature juridictionnelle (affaire c-340/89 Vlassopoulou).