« Het bijzonder reglement voor elke rechtbank wordt door de Koning vastgesteld op advies van de eerste voorzitter van het hof van beroep, van de eerste voorzitter van het arbeidshof, van de procureur-generaal, en, naar gelang van het geval, van de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg, van de voorzitter van de arbeidsrechtbank of van de voorzitter van de rechtbank van koophandel, van de procureur des Konings of van de arbeidsauditeur, van de hoofdgriffier van de rechtbank en van de stafhouder van de Orde van advocaten.
« Le règlement particulier de chaque tribunal est établi par le Roi, sur les avis du premier président de la cour d'appel, du premier président de la cour du travail, du procureur général et, suivant le cas, du président du tribunal de première instance, du président du tribunal du travail ou du président du tribunal de commerce, du procureur du Roi ou de l'auditeur du travail, du greffier en chef du tribunal et du bâtonnier de l'Ordre des avocats.