De verzoeker betoogt dat, teneinde rekening te houden met het feit dat in het vrij onderwijs het inrichtingshoofd en de inrichtende macht dicht bij elkaar aanleunen, ja zelfs met elkaar verweven zijn, men van de kamer van beroep een administratief rechtscollege had moeten maken zoals, volgens de analyse van de verzoeker, de in artikel 45, § 3, van de wet van 29 mei 1959 bedoelde kamer van beroep was opgevat.
Le requérant soutient que, pour tenir compte, dans l'enseignement libre, de la proximité, voire de la confusion entre le chef d'établissement et le pouvoir organisateur, il eût fallu faire de la chambre de recours une juridiction administrative telle que l'était, dans l'analyse qu'en fait le requérant, la chambre de recours prévue par l'article 45, § 3, de la loi du 29 mai 1959.