De documenten aan de hand waarvan de derde zaakaanbrenger de identiteitscontrole van zijn eigen cliënten op rechtsgeldige wijze verricht conform de voor hem geldende wetgeving, worden inzonderheid beschouwd als bewijsstukken in de zin van artikel 4, § 1, van de wet.
Notamment, les documents au moyen desquels le tiers introducteur effectue valablement la vérification de l'identité de ses propres clients conformément à la législation qui lui est applicable sont réputés être des documents probants au sens de l'article 4, § 1, de la loi.