De verdeling ervan per gewest - dit is een raming waarbij de opbrengsten van de vervoerbewijzen uitgesplitst worden evenredig met de geraamde reizigers-kilometers die in elk gewest werden afgelegd, en waarbij de bijkomende en andere opbrengsten verdeeld worden, naargelang het geval, evenredig met de reizigers-kilometers of in functie van de plaats waar ze gegenereerd worden - was als volgt: Vlaanderen: 52,9%; Wallonië: 33,8%; Brussel: 12,5%; (Buitenland 0,8%: opbrengsten van internationale treinen in eigen beheer van eind tot eind).
La ventilation de celui-ci par région - il s'agit d'une estimation en vertu de laquelle les recettes des titres de transport sont ventilées proportionnellement à l'estimation du nombre de voyageurs-kilomètres parcourus dans chaque région, et en vertu de laquelle les recettes complémentaires et autres sont réparties, selon le cas, proportionnellement au nombre de voyageurs-kilomètres ou en fonction de l'endroit où ils sont générés - se présentait comme suit: Flandre: 52,9%; Wallonie: 33,8%; Bruxelles: 12,5%; (Étranger: 0,8% - recettes des trains internationaux en gestion propre de bout à bout).