(1) De Partijen dragen er zorg voor dat alle personen die de nationaliteit van hun respectieve landen bezitten en die voor de uitoefening van hun officiële werkzaamheden toegang hebben of moeten hebben tot informatie die is geclassificeerd als VERTROUWELIJK of hoger, vóór de uitvoering van hun werkzaamheden over een veiligheidsmachtiging beschikken;
(1) Les Parties doivent s'assurer que tout ressortissant qui, dans l'accomplissement de ses fonctions officielles, aurait besoin d'accéder à des informations classifiées CONFIDENTIEL et au-dessus ou pourrait avoir accès à de telles informations, possède une habilitation de sécurité appropriée avant sa prise de fonctions.