Art. 32. Wanneer de griffie van het gerecht dat inzake adoptie bevoegd is zich richt tot de C.A.G. in het kader van een procedure tot verlenging van het geschiktheidsvonnis, overeenkomstig artikel 1231-33/3, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek, vraagt de C.A.G. de adoptiedienst waarmee de adoptanten een overeenkomst hebben ondertekend of de toestand van deze al dan geen wijzigingen heeft ondergaan die hun geschiktheid in twijfel kunnen brengen.
Art. 32. Lorsque l'A.C.C. est contactée par le Greffe de la juridiction compétente en matière d'adoption dans le cadre d'une procédure en prolongation de jugement d'aptitude, conformément à l'article 1231-33/3, § 1 , du Code judiciaire, elle demande à l'organisme d'adoption avec lequel les adoptants ont signé une convention si la situation de ceux-ci a ou pas subi des changements susceptibles de remettre en cause leur aptitude.