« Schendt artikel 279-1 van het Wetboek der registratie-, hypotheek- en griffierechten, in zoverre het verwijst naar artikel 162, 42°, van hetzelfde Wetboek, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet doordat het de verzoeken tot machtiging door de vrederechter, uitgaande van een voogd (artikel 410 van het Burgerlijk Wetboek), vrijstelt van het rolrecht, terwijl dezelfde verzoeken tot machtiging door de vrederechter, uitgaande van de ouders (artikel 378 van het Burgerlijk Wetboek), niet van het rolrecht zijn vrijgesteld ?
« L'article 279-1 du Code des droits d'enregistrement, d'hypothèque et de greffe, en tant qu'il renvoie à l'article 162, 42°, du même Code, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce qu'il exempte du droit de mise au rôle les requêtes en autorisation adressées au juge de paix par les tuteurs (article 410 du Code civil), alors que les mêmes requêtes en autorisation émanant des parents (article 378 du Code civil) ne sont pas exemptées de ce droit ?