1. De Deelnemers komen overeen dat het Canadese Ruimte- Agentschap (hierna te noemen « CSA ») voor de Regering van Canada, het Europees Ruimte-Agentschap (hierna te noemen « ESA ») voor de Europese Regeringen, het Russische Ruimte-Agentschap (hierna te noemen « RSA ») voor Rusland en de Nationale Dienst voor Lucht- en Ruimtevaart (hierna te noemen « NASA ») voor de Verenigde Staten de Samenwerkende Organen zullen zijn die zijn belast met de uitvoering van de samenwerking aangaande het ruimtestation.
1. Les Partenaires conviennent que l'Agence spatiale canadienne (ci-après dénommée « l'ASC ») pour le Gouvernement du Canada, l'Agence spatiale européenne (ci-après dénommée « l'ASE ») pour les Gouvernements européens, l'Agence spatiale de Russie (ci-après dénommée « la RKA ») pour la Russie, et l'Administration nationale de l'Aéronautique et de l'Espace (ci-après dénommée « la NASA ») pour les États-Unis sont les Agences coopérantes responsables de la mise en œuvre de la coopération relative à la Station spatiale.