1. « artikel 26 van de Faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals gewijzigd bij wet van 6 december 2005 en aangevuld bij de wet van 23 december 2005, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt in zoverre de rechtban
k van koophandel op verzoekschrift van de curators de schorsing van de tenuitvoerlegging op verzoek van een bij
zonder bevoorrechte schuldeiser kan bevelen en dit voor een maximumtermijn van een jaar te rekenen van de faillietverklaring, terwijl de rechtbank de schorsing van de tenuitvoerlegging op verzoek van de schuld
...[+++]eiser die als eerste een hypotheek op een zeeschip heeft laten inschrijven, niet zou kunnen bevelen »;
1. « L'article 26 de la loi du 8 août 1997 sur les faillites, tel qu'il a été modifié par la loi du 6 décembre 2005 et complété par la loi du 23 décembre 2005, viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en ce que le tribunal de commerce peut, sur requête des curateurs, ordonner la suspension d'exécution demandée par un créancier bénéficiant d'un privilège spécial, pour une période maximum d'un an à compter de la déclaration de faillite, alors que le tribunal ne pourrait ordonner la suspension d'exécution demandée par le créancier qui, le premier, a pris une inscription hypothécaire sur un navire ? »;