Overwegende dat in het handelsverkeer binnen de Gemeenschap met ingang van 1 januari 1970 de toepassing van enig douanerecht of enige heffing van gelijke werking en de toepassing van enige kwantitatieve beperking of maatregel van gelijke werking rechtens zijn verboden krachtens het Verdrag ; dat bovendien de totstandbrenging van een gemeenschappelijke ordenin
g der markten in de sector ruwe tabak de opheffing medebrengt van alle heffingen van gelijke werking als een douanerecht en van alle kwantitatieve beperkingen of maatregelen van gelijke werking welke een integrerend deel uitmaakten van een nationale marktordening voor dez
e sector ; ...[+++] dat ten slotte het beroep op artikel 44 van het Verdrag met ingang van 1 januari 1970 rechtens uitgesloten is , aangezien er op 31 december 1969 geen minimumprijzen bestonden ; CONSIDERANT QUE , DANS LE COMMERCE INTERIEUR DE LA COMMUNAUTE , A COMPTER DU 1ER JANVIER 1970 , LA PERCEPTION DE TOUT DROIT DE DOUANE OU TAXE D'EFFET EQUIVALENT ET L'APPLICATION DE TOUTE RESTRICTION QUANTITATIVE OU MESURE D'EFFET EQUIVALENT SONT INTERDITES DE PLEIN DROIT EN VERTU DES DISPOSITIONS DU TRAITE ; QUE , EN OUTRE , L'ETABLISSEMENT D'UNE ORGA
NISATION COMMUNE DES MARCHES DANS LE SECTEUR DU TABAC BRUT COMPORTE LA SUPPRESSION DE TOUTE TAXE D'EFFET EQUIVALANT A UN DROIT DE DOUANE ET DE TOUTE RESTRICTION QUANTITATIVE OU MESURE D'EFFET EQUIVALENT QUI FAISAIENT PARTIE INTEGRANTE D'UNE ORGANISATION NATIONALE DES MARCHES DANS CE SECTEUR
...[+++] ; QUE , ENFIN , EN L'ABSENCE DE PRIX MINIMA AU 31 DECEMBRE 1969 , LE RECOURS A L'ARTICLE 44 DU TRAITE EST EXCLU DE PLEIN DROIT A COMPTER DU 1ER JANVIER 1970 ;