AA. overwegende dat de steeds breder wordende kloof tussen de kernlanden en de perifere landen van de Unie geen blijvend karakter mag krijgen; overwegende dat er een permanent systeem moet worden gecreëerd om lidstaten die in moeilijkheden verkeren de garantie te bieden dat zij k
unnen rekenen op de solidaire steun van andere lidstaten; overwegende dat lidstaten die zich op solidariteit willen beroepen, moeten worden verplicht hun verantwoordelijkheid voor het nakomen van al hun verplichtinge
n in de budgettaire sfeer en hun landenspecif ...[+++]ieke aanbevelingen en andere verplichtingen in het kader van het Europees Semester gestand te doen, in het bijzonder die met betrekking tot het stabiliteits- en groeipact (SGP), het Euro Plus-pact, Europa-2020 en de procedure bij buitensporige onevenwichtigheden, met inachtneming van de landenspecifieke omstandigheden; overwegende dat de financiële stabiliteit van elke lidstaat van gemeenschappelijk belang is voor alle lidstaten; overwegende dat artikel 121 VWEU bepaalt dat de lidstaten hun economisch beleid dienen te beschouwen als een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang en dat zij dit moeten coördineren in het kader van de Raad; AA. considérant que le clivage croissant entre les pays centraux et les pays périphériques de l'Union ne devrait pas devenir chronique; considérant qu'il convient de créer un cadre permanent dans lequel les États membres en difficulté devraient pouvoir
compter sur l'aide solidaire des autres États membres; considérant que les États membres qui font appel à la solidarité devraient être tenus d'assumer leur responsabilité et de mettre en œuvre tous leurs engagements dans le domaine budgétaire, ainsi que les recommandations qui leur sont spécifiquement adressées et les engagements qu'ils ont pris dans le cadre du semestre européen, notamm
...[+++]ent ceux liés au pacte de stabilité et de croissance (PSC), au pacte pour l'euro-plus, à la stratégie Europe 2020 et à la procédure concernant les déséquilibres macroéconomiques, compte tenu des circonstances propres au pays; considérant qu'il est de l'intérêt commun des États membres d'assurer la stabilité financière de chacun d'entre eux; considérant que, aux termes de l'article 121 du traité sur le fonctionnement de l'Union européenne, les États membres doivent considérer leurs politiques économiques comme une question d'intérêt commun et les coordonner au sein du Conseil;