Voor sommige specifieke maatregelen, met name ter uitvoering van artikel 15 en artikel 75, paragraaf 2, kunnen ook andere dieren, zoals van de orde Rodentia en Proboscidae, beschouwd worden als zijnde gevoelig voor mond- en klauwzeer, voor zover daarvoor wetenschappelijk bewijs bestaat;
Pour certaines mesures spécifiques, notamment en application de l'article 15 et de l'article 75, paragraphe 2, d'autres animaux, appartenant par exemple à l'ordre des rongeurs ou des proboscidiens, peuvent être considérés comme sensibles à la fièvre aphteuse au regard des connaissances scientifiques;