In het Wetboek van vennootschappen, boek IV, titel VII, wordt een hoofdstuk V/1 « Bevoegdheden van de spaarders » ingevoegd, dat een artikel 167/1 bevat, luidende :
Dans le Code des sociétés, livre IV, titre VII, est inséré un chapitre V/1 « Du pouvoir des épargnants » comprenant un article 167/1, rédigé comme suit: