Bij wijze van uitgangspunt wordt eraan herinnerd dat de instellingen volgens de jurisprudentie van de rechtbanken van de EU (4) bij het beoordelen van de noodzaak om bestaande maatregelen te verlengen in het kader van een nieuw onderzoek krachtens artikel 11, lid 3, van de basisverordening, over veel speelruimte beschikken en onder meer kunnen beslissen een prospectieve beoordeling uit te voeren van het prijsbeleid van de betrokken exporteurs.
Pour commencer, il est rappelé que, conformément à la jurisprudence des tribunaux de l’Union européenne (4), les institutions disposent d’un large pouvoir d’appréciation, y compris la faculté de recourir à une évaluation prospective de la politique des prix des exportateurs concernés, dans le cadre d’un réexamen de la nécessité du maintien des mesures existantes conformément à l’article 11, paragraphe 3, du règlement de base.