42. spreekt zijn waardering uit voor het gemeensc
happelijk standpunt over het Internationaal Strafhof dat op 16 juni is aangenomen door de EU –Raad van ministers van Algemene zaken en externe betr
ekkingen uit hoofde waarvan de Unie en haar lidstaten voor zover nodig de aandacht van derde landen zullen blijven richten op de conclusies van de Raad van 30 september 2002 over het Internationaal Strafhof en op de daaraan gehechte basisbeginselen van de EU m
...[+++]et betrekking tot de voorstellen voor akkoorden of regelingen inzake de voorwaarden waaronder personen aan het Hof worden uitgeleverd en gaat ervan uit dat de lidstaten het gemeenschappelijk standpunt eerbiedigen;
42. se félicite de la position commune sur la Cour pénale internationale adoptée le 16 juin par le Conseil "Affaires générales et relations extérieures", selon laquelle l'Union européenne et ses États membres continuent, le cas échéant, d'attirer l'attention des pays tiers sur les conclusions du Conseil du 30 septembre 2002 relatives à la Cour pénale internationale et sur les lignes directrices figurant en annexe concernant les propositions d'accord ou d'arrangement sur les conditions de remise des personnes à la Cour, et attend des États membres qu'ils respectent la position commune;