Dat middel is afgeleid uit de schending van de artikelen 10, 11, 24, §§ 1 en 4, van de Grondwet en voert aan dat artikel 20 van het decreet, door eenzijdig bepaalde personen als stagemeesters aan te wijzen en door het aantal bezoeken te bepalen dat zij per week dienen af te leggen, op onevenredige wijze raakt aan de vrijheid van onderwijs, vermits het een « methodologische keuze van pedagogische aard » maakt.
Pris de la violation des articles 10, 11, 24, §§ 1 et 4, de la Constitution, ce moyen allègue que, en désignant unilatéralement certaines personnes en qualité de maîtres de stages et en établissant le nombre de visites qu'elles doivent accomplir par semaine, l'article 20 du décret porte atteinte de manière disproportionnée à la liberté d'enseignement, dès lors qu'il opère un « choix méthodologique revêtant un caractère pédagogique ».