Ik wijs de aan Europa gerichte beschuldiging van racisme en xenofobie met kracht van de hand. Ik ben het zat getuige te moeten zijn van de staking van illegale Tunesiërs omdat ze geen geld krijgen voor sigaretten, of van hun weigering voedsel te eten waar tonijn in zit omdat het naar vis ruikt en van de aanspraak die deze mensen, eenmaal uit de boot, menen te kunnen doen gelden op werk en een huis, natuurlijk gratis, en dat ten overstaan van onze eigen werklozen en armen.
Je rejette fermement les accusations de racisme et de xénophobie, parce que je suis fatigué de voir les immigrés tunisiens faire grève parce qu’ils ne reçoivent pas d’argent pour s’acheter des cigarettes, qu’ils refusent de manger des aliments contenant du thon parce qu’ils sentent le poisson, et, lorsqu’ils sont en Italie, réclamer un logement (gratuitement, bien sûr) et du travail, alors que nous devons nous occuper de nos propres concitoyens victimes de la pauvreté et du chômage.