de kenmerken van de apparatuur die relevant zijn voor de beoordeling van de overeenstemming met de in punt 1, onder c) of, naargelang het geval, in punt 2, onder c) en/of d), en/of punt 3, onder b), vastgestelde voorschriften, met inbegrip van de tijd die nodig is voor de inschakeling van de stand-by-stand, de uit-stand of een andere stand waarin de apparatuur niet méér verbruikt dan de geldende voorschriften voor het elektriciteitsverbruik in de uit-stand en/of de stand-by-stand.
les caractéristiques de l’équipement pertinentes pour évaluer la conformité aux exigences exposées au point 1 c) ou aux exigences exposées aux points 2 c) et/ou 2 d) et/ou 3 b), le cas échéant, y compris le délai nécessaire avant le passage automatique en mode veille ou en mode arrêt ou dans tout autre état dans lequel les exigences en matière de consommation d’énergie applicables en modes arrêt et/ou veille sont respectées.