De Belgische bevoegde autoriteit die de toegang tot een gereglementeerd
beroep afhankelijk stelt van de overlegging van een bewijs van goed zedelijk gedrag, of een getuigschrift waaruit blijkt dat de betrokkene nooit failliet is gegaan of die de uitoefening van een dergelijk
beroep in geval van ernstige fouten bij de
beroepsuitoefening of strafbare overtreding opschort of verbiedt, aanvaardt als voldoende bewijs voor onderdanen van de lidstaten die dit
beroep in België willen uitoefenen, de overlegging van documenten die door de bevoegde autoriteiten van
...[+++]de lidstaat van oorsprong of van herkomst zijn afgegeven en waaruit blijkt dat aan die eisen wordt voldaan.