23. verzoekt de lidstaten op het verkeer van schepen die gevaarlijke en vervuilende
goederen vervoeren binnen 200 mijl van hun kustlijn een nauwgezette controle en toezicht uit te oefenen; maakt zich echter zorgen over de beslissing van een
aantal lidstaten om deze schepen uit de 200-mijlszone voor hun kust te weren; vreest dat deze schepen hierdoor te ver van de kust zullen moeten varen en dat er derhalve een groot risico bestaat voor de bemanning en voor het milieu ingeval het schip in no
od komt te verkeren ...[+++](storm of averij); verzoekt de lidstaten daarbij tevens te voorzien in de nodige technische reddingsmiddelen, teneinde de bemanning bijstand te kunnen verlenen en het mariene milieu te beschermen; 23. invite les États membres à contrôler et à suivre de près, dans une zone de 200 milles à partir de leur côte, le trafic des navires transportant des marchandises dangereuses et polluantes; est préoccupé, toutefois, par la décision de plusieurs États membres de repousser ces navires en dehors de cette zone de 200 milles; craint que, de ce fait, ces navires doivent s'éloigner excessivement des côtes, ce qui, en cas de détresse (tempête ou avarie), peut mettre gravement en danger l'équipage et l'environnement; demande également aux États membres de veiller à ce qu'en pareils cas, ils disposent des moyens techniques de sauvetage nécess
aires pour venir en aide à l'équip ...[+++]age et préserver l'environnement marin;