2. Schendt artikel 158 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening de artikelen 10 en 11 van de Grondwet
door een verval van strafvervolging te verlenen mits het betalen van een geldsom enkel voor te behouden aan diegene die een regularisatie-bouwvergunning verkrijgt, en niet aan personen die een bouwmisdrijf pleegden door het uitvoeren van werk
en die planologisch zouden kunnen vergund worden, maar die niet vergund worden op basis van de discretionaire appreciatie van de overheid over de verenig
...[+++]baarheid van de werken met de goede plaatselijke ordening, en ook niet aan personen die een bouwmisdrijf pleegden dat niet vergunbaar is maar die vrijwillig tot herstel overgaan, en ook niet aan personen die een hinderlijke inrichting exploiteren zonder vergunning, maar die naderhand een milieuvergunning verkrijgen ?2. L'article 158 du décret du 18 mai 1999 portant organisation de l'aménagement du territoire viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en accordant une
extinction de l'action publique, à condition de réserver le paiement d'une somme d'argent uniquement à celui qui obtient une régularisation du permis de bâtir et non aux personnes qui ont commis une infraction en matière d'urbanisme en effectuant des travaux qui auraient pu être autorisés sur le plan planologique mais qui n'ont pas été autorisés sur la base de l'appréciation discrétionnaire de l'autorité quant à la compatibilité des travaux avec le bon ordonnancement des lieux,
...[+++] ni davantage aux personnes qui ont commis une infraction en matière d'urbanisme ne pouvant faire l'objet d'un permis mais qui procèdent volontairement à une réparation, ni davantage aux personnes qui exploitent un établissement incommode sans permis mais qui obtiennent par la suite un permis d'environnement ?