2. « Schendt artikel 301, § 2, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, in samenhang gelezen met de artikelen 1447, tweede lid, en 223, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, de grondwettelijke bepalingen van gelijkheid en niet-discriminatie bedoeld in de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, en is, meer bepaald, het onderscheid gemaakt tussen, enerzijds, artikel 301, § 2, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, dat van het recht op de uitkering tot levensonderhoud de onderhoudsschuldeiser uitsluit die ' schuldig werd bevonden aan een in de artikelen 375, 398 tot 400, 402,
403 of 405 van het Strafwetboek bedoeld feit dat is gepleegd tegen [.]
...[+++] de verweerder of aan een poging tot het plegen van een in de artikelen 375, 393, 394 of 397 van hetzelfde Wetboek bedoeld feit tegen diezelfde persoon ' en, anderzijds, de artikelen 223, derde lid, en 1447, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, die, behalve bij uitzonderlijke, door de rechter te beoordelen omstandigheden, respectievelijk het genot van de gezinswoning en de eigendom van de gezinswoning toewijzen aan de echtgenoot die het slachtoffer is van dezelfde strafbare feiten, op onverantwoorde wijze discriminatoir ?2. « L'article 301, § 2, alinéa 3, du Code civil, lu en parallèle avec les articles 1447, alinéa 2, et 223, alinéa 3, du Code civil ne viole-t-il pas les dispositions constitutionnelles d'égalité et de non-discrimination visées aux articles 10 et 11 de la Constitution, et plus particulièrement la distinction opérée entre d'une part l'article 301, § 2, alinéa 2, du Code civil, qui exclut le droit à la pension alimentaire le créancier d'aliments qui ' est reconnu coupable d'un fait visé aux articles 37
5, 398 à 400, 402, 403 ou 405 du Code pénal, commis contre le défendeur, ou d'une tentative de commettre un fait visé aux articles 375, 393,
...[+++] 394 ou 397 du même Code contre cette même personne ' et d'autre part les articles 223, alinéa 3, et 1447, alinéa 2, du Code civil, qui attribuent respectivement la jouissance du logement familial et la propriété du logement familial aux conjoint victime des mêmes faits punissables, sauf circonstances exceptionnelles à apprécier par le juge, n'est pas discriminatoire de manière injustifiée ?