De instellingen voor hoger onderwijs kunnen slechts de graden van bachelor en master verlenen nadat een student met goed gevolg een opleiding heeft voltooid die ofwel geaccrediteerd is ofwel erkend is als nieuwe opleiding, ofwel een tijdelijke erkenning geniet (artikel 56, § 1, van het structuurdecreet).
Les établissements d'enseignement supérieur ne peuvent conférer les grades de bachelier et de master que lorsqu'un étudiant a achevé avec succès une formation qui est soit accréditée, soit agréée en tant que nouvelle formation, ou qui bénéficie d'un agrément temporaire (article 56, § 1, du décret structurel).