Art. 11. De Controledienst kan zich verzetten tegen de beleggingen of het behoud ervan als hij redenen heeft om te veronderstellen dat die beleggingen geen voldoende waarborgen bieden om te beantwoorden aan de eisen van veiligheid, rendement, liquiditeit, diversificatie en spreiding zoals bepaald in artikel 6.
Art. 11. L'Office de Contrôle peut s'opposer aux placements ou au maintien de ceux-ci s'il a des raisons d'estimer que ces placements ne présentent pas des garanties suffisantes pour répondre aux exigences de sécurité, de liquidité, de diversification et de dispersion visées à l'article 6.