Met het oog op deze wetsteksten heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat artikel 37 de juiste rechtsgrondslag is voor alle regelgeving betreffende de productie en de afzet van de in
bijlage II van het Verdrag genoemde landbouwproducten die bijdraagt tot de verwezenlijking van een of meerdere van de doelstellingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid als genoemd in artikel 33 van het Verdrag (zie met name het arrest van 23 februari 1988,
Verenigd Koninkrijk tegen Raad, zaak 68/86, en het arrest van 23 februari 1988, Verenigd Konin
...[+++]krijk tegen Raad, zaak 131/86).
La Cour de justice, au vu de ces textes, a jugé que l'article 37 constitue la base juridique appropriée pour toutes les réglementations concernant la production et la commercialisation des produits agricoles énumérés à l'annexe II du traité, qui contribuent à la réalisation d'un ou plusieurs des objectifs de la politique agricole commune énoncés à l'article 33 du traité (cf. notamment l'arrêt du 23 février 1988, Royaume Uni c/ Conseil, affaire 68/86, et l'arrêt du 23 février 1988, Royaume Uni c/ Conseil, affaire 131/86).