In 1963 gaf E. Quittet de volgende beschrijving: „het ras Tarine heeft opmerkelijke eigenschappen wat betreft uithoudingsvermogen en weerstand tegen de zwaarste levensomstandigheden, wat grotendeels komt door de levenswijze (verblijf tijdens de zomer op alpenweiden op een hoogte van 1 500 tot 2 000 m).
Dès 1963, E. Quittet donnait la description suivante: «La race Tarine possède de remarquables qualités d’endurance et de résistance aux conditions de vie les plus dures, dues en grande partie à son mode de vie (séjours d’été à l’alpage entre 1 500 et 2 000 mètres d’altitude).