« Schendt artikel 63, § 3, van de wet betreffende de politie over het wegverkeer de artikelen 10 en 11 van de Grondwet door aan de in a
rtikel 59, § 1, van dezelfde wet bedoelde overhei
dspersonen de verplichting op te leggen om op verzoek van de personen bedoeld in 1° en 2° van hetzelfde artikel van dezelfd
e wet bij wijze van tegenexpertise, die personen een bl
oedproef te laten ondergaan ...[+++] wanneer er bij hen een alcoholconcentratie van tenminste 0,35 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht werd gemeten, daar waar diezelfde mogelijkheid tot het vragen van een tegenexpertise én de plicht aan de bevoegde overheidspersonen om aan een dergelij
k verzoek gevolg te geven niet wettelijk is voorzien, wanneer de aanvrager een persoon is bij wie een alcoholconcentratie van minstens 0,22 maar minder dan 0,35 milligram per liter uitgeademde alveolaire lucht werd gemeten, terwijl ook die laatste alcoholconcentratie tot een (weliswaar mildere) strafrechtelijke veroordeling van de betrokkene kan leiden ?
« L'article 63, § 3, de la loi relative à la police de la circulation routière viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution en imposant aux agents de l'autorité visés à l'article 59, § 1, de la même loi de faire subir un prél
èvement sanguin aux personnes visées aux 1° et 2° du même article de la même loi, à la demande de ce
lles-ci, à titre de contre-expertise, lorsqu'il a été décelé chez elles un taux d'alcool par litre d'air alvéolaire expiré d'au moins 0,35 milligrammes, alors que cette même possibilité de demander une contre
...[+++]-expertise et l'obligation pour les agents de l'autorité compétents de donner suite à une telle demande ne sont pas légalement prévues lorsque le demandeur est une personne chez qui un taux d'alcool d'au moins 0,22 mais de moins de 0,35 milligrammes par litre d'air alvéolaire expiré a été mesuré, alors que ce dernier taux d'alcool peut aussi donner lieu à une condamnation pénale (certes plus légère) de l'intéressé ?