1. Iedere Verdragsluitende Staat streeft ernaar in overleg met de wetenschappelijke en universitaire wereld de tendensen van de georganiseerde criminaliteit op zijn grondgebied, alsook de omstandigheden waarin de georganiseerde criminaliteit handelt en de professionele groepen en technieken die daarbij betrokken zijn, te analyseren.
1. Chaque Etat Partie envisage d'analyser, en consultation avec les milieux scientifiques et universitaires, les tendances de la criminalité organisée sur son territoire, les circonstances dans lesquelles elle opère, ainsi que les groupes professionnels et les techniques impliqués.