Art. 15. De kredietgever bewaart gedurende de looptijd van de kredietovereenkomst, en tenminste gedurende drie jaar, op papier of een andere duurzame drager, het bericht van raadpleging van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren, met opgave van, op zijn minst, de unieke identificatiecode, het ogenblik van raadpleging en identiteitsgegevens van de persoon op wiens naam werd geraadpleegd.
Art. 15. Le prêteur conserve, pendant la durée du contrat de crédit, et au moins pendant trois ans, sur papier ou sur un autre support durable, l'avis de consultation de la Centrale des Crédits aux Particuliers en indiquant, au minimum, le code d'identification unique, le moment de la consultation et l'identité de la personne pour laquelle elle a été consultée.