De in artikel 5bis, lid 3, onder c), lid 4, onder b) en e), van Besluit 1999/468/EG voorziene termijnen worden respectievelijk vastgesteld op 21 dagen, 15 dagen en een maand.
Les délais prévus à l'article 5 bis, paragraphe 3, point c), paragraphe 4, point b), et paragraphe 4, point e), de la décision 1999/468/CE sont fixés respectivement à vingt-et-un jours, quinze jours et un mois.