8. benadrukt dat er een sterk onderling verband bestaat tussen armoede en milieuschade: milieuproblemen, zoals een teruglopende biodiversiteit of klimaatveranderingen, treffen vaak de armste bevolkingsgroepen en verergeren de armoede; vervolgens leidt deze armoede tot nog meer milieuschade omdat er geen alternatief is voor de roofbouw op de natuurlijke rijkdommen; de sociale dimensie van de globalisering moet dan ook samen met de milieudimensie worden bekeken;
8. souligne qu'il existe une forte interrelation entre pauvreté et dégradation de l'environnement: les problèmes environnementaux tels que l'appauvrissement de la diversité biologique ou le changement climatique concernent souvent les groupes de population les plus pauvres dont la situation se trouve ainsi aggravée; la pauvreté conduit, en outre, à accentuer la dégradation de l'environnement, dès lors qu'il n'y a pas d'alternative à l'exploitation abusive des ressources naturelles; en ce sens, la dimension sociale de la mondialisation doit être envisagée en corrélation avec sa dimension écologique;